De heerlijkheid Welden

Voormalig "Hof te Seevergem", later "Hof te Weldene",
thans "Kasteel van Welden". Vermoedelijk middeleeuwse
site met walgracht met afzonderlijk omgracht opper- en neerhof, in het
bezit van de familie van Zevergem, die de dorpsheerlijkheid behield tot
in de 13de eeuw. In 1232 werd de heerlijkheid afgestaan aan de Gentse
St.-Pietersabdij, met uitzondering van een aantal gronden (velden of welden
genoemd) en het neerhof bleef in het bezit van de dochter van de heer
van Zevergem en behoorde tot het leenhof van de Oudburg van Gent. De zetel
van de heerlijkheid, het oude "Hof te Seevergem", bij Sanderus
"Praetorium de Weldene" genoemd, lag op grondgebied van St.-Pieters
en werd door de heren van Welden in cijns gehouden.

Eerst vermelde heren van Welden waren de Gentse patriciërs van der
Zickele ca. 1400. Via huwelijk en verwantschap kwam het kasteel in handen
van de Nederlandse familie van Reymerswaal en de Franse families de Perreau
en l'Espinoy. Het werd verkocht in 1627 aan L. Volckaert, schepen van
de Keure van Gent. Zijn zoon Philippe was eigenaar ten tijde van Sanderus.
Van dit kasteel is enkel de cirkelvormige gracht met walmuur en een toren
behouden.

Vermoedelijk werd ca 1700, onder F.F. Volckaert en M. Vilain het huidige
kasteel gebouwd in late barokstijl van traditionele bak- en zandsteen.
Onder Fr. Volckaert werd het tot graafschap verheven in 1716 en is in
de 18de eeuw overgegaan aan verwante families, Schockaert en Arconatie
Visconti, baronnen van Gaasbeek.

Tijdens de Franse overheersing werd het eigendom van P.J. de Meulenaere,
in 1810 "baron d'empire" benoemd. Het wapenschild, helm en ere-attributen
op het uurwerktorentje van het kasteel en de empire verbouwingen zijn
aan hem toe te schrijven. Laatste eigenaars zijn de familie de Pélichy
en de Hemptinne.

Het huidig uitzicht dateert van 1927 door "historiserende "
restauratie van architect F. Van Hove.

Laatste update: 07 mei 2005